Nieuwe regularisatieprocedure 2016

Nieuwe regularisatieprocedure 2016

Vrijdag 11 maart heeft de ministerraad een aangepast wetsontwerp tot invoering van een permanent systeem van fiscale en sociale regularisatie goedgekeurd. Dit wetsontwerp werd in de Kamer ingediend op 29 maart 2016 voor verdere behandeling. Initieel zou de nieuwe regeling van kracht worden vanaf 1 januari 2016. De Raad van State signaleerde echter enkele problemen omtrent de bevoegdheidsverdeling tussen het federale en gewestelijke niveau. In bepaalde gevallen zouden gewestelijke belastingen niet geregulariseerd kunnen worden omdat het federale niveau onbevoegd was. Het aangepaste wetsontwerp houdt hier nu wel rekening mee, maar voorziet nog steeds in de mogelijkheid om zowel federale (inkomstenbelastingen, BTW, sociale bijdragen) als gewestelijke belastingen (successie- en registratierechten) te regulariseren.

Vrijdag 11 maart heeft de ministerraad een aangepast wetsontwerp tot invoering van een permanent systeem van fiscale en sociale regularisatie goedgekeurd. Dit wetsontwerp werd in de Kamer ingediend op 29 maart 2016 voor verdere behandeling. Initieel zou de nieuwe regeling van kracht worden vanaf 1 januari 2016. De Raad van State signaleerde echter enkele problemen omtrent de bevoegdheidsverdeling tussen het federale en gewestelijke niveau. In bepaalde gevallen zouden gewestelijke belastingen niet geregulariseerd kunnen worden omdat het federale niveau onbevoegd was. Het aangepaste wetsontwerp houdt hier nu wel rekening mee, maar voorziet nog steeds in de mogelijkheid om zowel federale (inkomstenbelastingen, BTW, sociale bijdragen) als gewestelijke belastingen (successie- en registratierechten) te regulariseren.

Wat de regularisatie van gewestelijke belastingen betreft, moet opgemerkt worden dat dit enkel mogelijk zal zijn nadat de federale overheid een samenwerkingsakkoord heeft gesloten met het bevoegde Gewest. Een samenwerkingsakkoord met het Vlaamse gewest mag binnenkort verwacht worden. Op een samenwerkingsakkoord met het Waalse en Brusselse gewest zullen we waarschijnlijk wat langer moeten wachten.

Het recent door de Ministerraad goedgekeurde wetsontwerp voorziet in een inwerkingtreding op 1 april 2016. Deze startdatum is vrij onrealistisch aangezien het wetsontwerp pas eind maart in de Kamer werd ingediend en het dus nog moet worden behandeld in de bevoegde commissie en plenaire vergadering.

Het wetsontwerp is in grote mate geïnspireerd op zijn voorganger, u wellicht bekend als de zogenaamde ‘regularisatie ter’. Niettemin zijn er toch enkele belangrijke inhoudelijke verschillen die in het oog springen. De nieuwe procedure voert een permanent systeem inzake fiscale regularisaties in. Het gaat dus niet om een in de tijd beperkte ‘ad hoc’-mogelijkheid tot regulariseren. Wie gebruik maakt van de mogelijkheid tot regulariseren moet meteen alles regulariseren omdat het om een eenmalige mogelijkheid gaat. Verder is het ook zo dat het voorheen gehanteerde onderscheid tussen ‘gewone fiscale fraude’ en ‘ernstige fiscale fraude’ niet langer relevant is voor fiscale regularisaties.

In wat volgt worden de grote lijnen van het regime uiteengezet, waarbij waar relevant bepaalde aspecten uitgebreider besproken zullen worden.

Bevoegde orgaan

De mogelijkheid om kapitalen en inkomsten te regulariseren die aan het oog van de Belgische fiscus werden onttrokken met de bedoeling Belgische belastingen te ontwijken, is uiteraard niet nieuw. De laatste regularisatieronde om voornoemde inkomsten en kapitalen te regulariseren bij een ‘Contactpunt regularisaties’ (CPR) nam een einde op 1 januari 2014.

Op basis van een - recent door de Raad van State vernietigde - interne instructie van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) kon tot voor kort nog een ‘fiscale rechtzetting’ aangevraagd worden. Met het oog op rechtszekerheid valt het zeker toe te juichen dat regularisatieaanvragen opnieuw ingediend kunnen worden bij het CPR. Indien nodig wordt aan diegenen die vooraf al een regularisatieaangifte ingediend hadden, de mogelijkheid geboden - weliswaar eenmalig - opnieuw een aangifte in te dienen.

Toepassingsgebied rationae personae

Het wetsontwerp benadrukt dat de mogelijkheid tot regularisatie openstaat voor zowel particulieren als rechtspersonen, met inbegrip van de de vennootschappen die niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn, rechtspersonen die aan de rechtspersonenbelasting onderworpen zijn, burgerlijke vennootschappen en de verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid. De aanvragen tot fiscale regularisatie kunnen zowel in persoon, als door bemiddeling van een wettelijk omschreven aantal categorieën van gemachtigden ingediend worden. Zo kunnen bijvoorbeeld advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en bedrijfsrevisoren in naam van een derde een aangifte indienen.

Procedurele aspecten van de aanvraag

De aanvraag moet spontaan ingediend worden en dus niet nadat de indiener in kennis is gesteld van lopende specifieke onderzoeksdaden door bepaalde Belgische overheidsorganen. Indien voorafgaand aan de inwerkingtreding van de nieuwe regularisatieregeling reeds een aangifte werd ingediend, kan deze onder bepaalde voorwaarden erna alsnog ingediend worden.

Wie ervoor opteert fiscaal te regulariseren, wordt verplicht alle voor fiscale regularisatie vatbare sommen aan te geven. Het gaat met andere woorden om een globale regularisatie (en dus ook niet om een regularisatie met betrekking tot slechts enkele van de in aanmerking komende inkomstenjaren). Vooraleer men een aanvraag tot regularisatie indient, bereidt men zich dus best goed voor. Het wetsontwerp voorziet de mogelijkheid om tot zes maanden na het indienen van de aangifte stukken bij de aanvraag te voegen. Aangezien de tarieven jaar na jaar verhoogd zullen worden (cf. infra), lijkt het des te meer aangewezen zo spoedig mogelijk stappen te ondernemen.

Het wetsontwerp vereist dat de regularisatieaanvraag de nodige (schriftelijke) stukken bevat. Het gaat onder meer om - in voorkomend geval - een beknopte schets van het gehanteerde fraudeschema, bewijsstukken omtrent de herkomst van fiscaal verjaarde kapitalen waarvan men meent dat deze grijs zijn (gedeeltelijk wit, gedeeltelijk zwart), de al dan niet beroepsmatige herkomst van de inkomsten, etc.

Het wetsontwerp maakt melding van een model van aangifteformulier dat door de Koning zal vastgesteld worden. Het staat vast dat dit aangifteformulier de naam van de indiener van de aangifte - en in voorkomend geval de naam van zijn gemachtigde - bevat, het bedrag van de aangegeven sommen en de datum van indiening van de aangifte.

Toepassingsgebied rationae materiae

Fiscaal regulariseren staat onder andere open voor niet aangegeven inkomsten, fiscaal verjaarde inkomsten en kapitaal. Het belangrijkste onderscheid dat gemaakt moet worden, is dat tussen sommen waarover de administratie in principe nog heffingsbevoegd is enerzijds en de zogenaamde fiscaal verjaarde kapitalen anderzijds.

  • De voor regularisatie in aanmerking komende inkomsten

Het wetsontwerp maakt een onderscheid tussen drie soorten van inkomsten waarop een verschillend tarief toegepast zal worden (cf. infra). Naast de voor regularisatie vatbare BTW-handelingen en sociale zekerheidsbijdragen (die hier buiten beschouwing worden gelaten), kunnen enerzijds zogenaamde ‘beroepsinkomsten’ onderscheiden worden en anderzijds de restcategorie, de zogenaamde ‘overige inkomsten’. Laatstgenoemde categorie vormen de inkomsten aangegeven door een natuurlijk persoon waarvan aangetoond kan worden dat deze, in het jaar waarin zij werden behaald of verkregen een andere aard hadden dan beroepsinkomsten.

Bepaalde inkomsten die moeten worden aangegeven door oprichters of derde begunstigden van juridische constructies alsook inkomsten op bepaalde buitenlandse rekeningen komen in aanmerking om als ‘overige inkomsten’ geregulariseerd te worden. Onder bepaalde voorwaarden kunnen inkomsten van levensverzekeringsovereenkomsten eveneens het voorwerp van een aanvraag tot regularisatie uitmaken.

Alle inkomsten worden geacht beroepsinkomsten te zijn tot bewijs van het tegendeel. De wetgever gaat er dus met andere woorden van uit dat alle inkomsten beroepsinkomsten zijn, tenzij de aangever kan aantonen dat deze inkomsten, in het jaar waarin zij werden behaald of verkregen, een andere aard hadden dan beroepsinkomsten.

  • De voor regularisatie in aanmerking komende kapitalen

Ondanks het feit dat de fiscale administratie geen heffingsbevoegdheid meer kan uitoefenen ten aanzien van fiscaal verjaarde inkomsten, biedt het bekomen van een regularisatieattest hieromtrent alsnog het niet te onderschatten voordeel van immuniteit op strafrechtelijk vlak (cf. infra). Het feit dat de verjaring op fiscaal vlak is ingetreden (in principe na 7 jaar), verzet zich er namelijk niet tegen dat er nog een strafrechtelijke vervolging ingesteld kan worden.

Heffingsgrondslag

Om de heffingsgrondslag in te kunnen schatten, is het van belang te weten hoe het CPR te werk zal gaan.

Een eerste stap bestaat erin dat u het te regulariseren vermogen identificeert. Enerzijds geeft u de niet verjaarde belastbare inkomsten aan en anderzijds de fiscaal verjaarde kapitalen en inkomsten.

  • Fiscaal niet verjaarde inkomsten

De heffingsgrondslag wordt vastgesteld conform de bepalingen van het fiscaal wetboek. Evenwel moet worden aangestipt dat voor wat betreft de interesten verkregen op een buitenlandse bankrekening, de verrekening van de woonstaatheffing niet wordt toegestaan.

De inkomsten worden steeds geacht beroepsinkomsten te zijn, tenzij de aangever kan aantonen dat de inkomsten - in het jaar waarin zij behaald of verkregen waren - een andere aard hadden dan beroepsinkomsten.

  • Fiscaal verjaarde kapitalen

Fiscaal verjaarde kapitalen bestaan uit inkomsten of kapitalen die in België hun normale belastingregime niet hebben ondergaan (bv: zwarte inkomsten, niet aangegeven erfenis), maar waarop geen belasting meer geheven kan worden omdat de fiscale aanslagtermijn is verlopen. Strafrechtelijke vervolging is echter wél nog mogelijk, wat meteen het belang verklaart van de mogelijkheid deze kapitalen te regulariseren door een speciale heffing te voldoen.

De heffingsgrondslag van de fiscaal verjaarde kapitalen bestaat in principe uit het bedrag zoals het bestaat op de eerste dag waarop fiscale verjaring is ingetreden, verminderd met de fiscaal verjaarde kapitalen waarvan de witte herkomst schriftelijk kan bewezen worden en de aangroei van deze kapitalen met een witte herkomst (bv. meerwaarden op aandelen die aangekocht werden met een wit vermogen).

In de memorie van toelichting van het initiële wetsontwerp valt het volgende voorbeeld te lezen:

In het jaar 2000 erft een kind een som van zijn vader. De erfgenaam betaalde destijds de successierechten en legt hiervan thans het schriftelijk bewijs voor. Dit geërfde kapitaal belegde hij vervolgens in Luxemburg. De roerende inkomsten werden vervolgens niet aangegeven. In zijn hoofd is het kapitaal niet besmet, doch de inkomsten hierop wel. Kapitalisatie van de roerende inkomsten zorgt ervoor dat zijn initieel wit kapitaal met de jaren grijs is geworden. De erfgenaam moet de exacte kleur van het thans voorliggende gekapitaliseerd kapitaal bepalen aan de hand van schriftelijke bewijzen. Kan hij dat niet, dan wordt het kapitaal als volledig besmet beschouwd en moet dit zo worden geregulariseerd.

Verder is het ook zo dat de aangever verantwoordelijk is voor de juistheid van de bedragen vermeld in zijn of haar regularisatieaangifte. Indien naderhand zou blijken dat de inkomsten (of de aan te geven kapitalen) geheel of gedeeltelijk niet werden vermeld in de regularisatieaangifte, dan kan het afgeleverde attest (cf. infra) geen uitwerking hebben wat betreft de niet aangegeven inkomsten / kapitalen.

Toepasselijke tarieven

  • Tarieven van toepassing op fiscaal niet-verjaarde inkomsten

Zowel de overige inkomsten als in voorkomend geval de btw-handelingen worden onderworpen aan het normaal belastingtarief dat van toepassing was tijdens het belastbare tijdperk waarin deze inkomsten werden behaald of verkregen. Vervolgens wordt aan deze som een boete toegevoegd van 20 procentpunten. Deze boete wordt berekend op de te regulariseren inkomsten. Het gaat dus niet om een procentuele verhoging van de verschuldigde belasting, maar om een boete die berekend wordt op de te regulariseren inkomsten zélf.

De fiscaal niet-verjaarde beroepsinkomsten worden onderworpen aan een een heffing tegen het normale belastingtarief van toepassing gedurende het belastbaar tijdperk waarin deze werden behaald. Deze som wordt - net als de overige inkomsten en de btw-handelingen - vervolgens verhoogd met een boete van 20 procentpunten. Wat betreft de beroepsinkomsten dient evenwel gewezen te worden op het feit dat bij de belastingheffing eveneens rekening wordt gehouden met de toepasselijke aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting of de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting.

Inkomsten

Aard inkomsten

Belasting

Boete

*Onroerende inkomsten

progressief tarief

20%

*Roerende inkomsten

15%, 21% (+4%) of 25%

20%

*Diverse inkomsten

33%, 16,5

%,...

20%

*Beroepsinkomsten

progressief tarief + aanvullende crisisbijdrage + gemeentebelasting

20%

Kapitalen

Fiscaal verjaarde kapitalen

Belasting

Heffing


n.v.t.

36%

*: 25% (20% boete + 5% anonimiteitstoeslag).

Op de fiscaal verjaarde kapitalen wordt een uniform tarief van 36 procentpunten toegepast en dit ongeacht de herkomst van de inkomsten die tot de kapitaalvorming aanleiding gaven. Aangezien belastingheffing met betrekking tot deze kapitalen niet langer mogelijk is, kan deze heffing gezien worden als een som betaald voor het wegvallen van de mogelijkheid tot strafrechtelijke vervolging.

  • Toekomstige stijgingen van de tarieven

Zoals eerder reeds kort werd aangehaald, zullen de boetetarieven in de toekomst stijgen. Vanaf 2017 zal het boetetarief van toepassing op geregulariseerde inkomsten 22 procentpunten bedragen, om vervolgens tot 2020 jaarlijks met 1 procentpunt verhoogd te worden. De heffing van toepassing op fiscaal verjaard kapitaal stijgt jaarlijks eveneens met 1 procentpunt, om anno 2020 definitief 40 procentpunten te bedragen. Initieel was er voorzien in een verhoogd boetetarief van 25 procentpunten van toepassing op inkomsten van het lopend jaar. Deze zogenaamde anonimiteitstoeslag werd niet weerhouden.

Jaar van indiening

Fiscaal niet-verjaard

Fiscaal verjaard

Lopend jaar

2016

20%

36%

25%

2017

22%

37%

25%

2018

23%

38%

25%

2019

24%

39%

25%

2020

25%

40%

25%





Gevolgen (volledig) doorlopen fiscale regularisatie

  • De regularisatieprocedure wordt voortijdig stopgezet

Noch de aangifte, noch de betaling van de heffing, noch het attest kan als indicie of aanwijzing worden aangewend voor verdere fiscale onderzoeken. Het is eveneens zo dat geen enkele andere handeling gesteld in het kader van de nieuwe fiscale regularisatie aanleiding kan geven tot het stellen van onderzoekshandelingen door andere administraties. Het indienen van een regularisatieaanvraag en het doorlopen van de procedure doet met andere woorden geen ‘lichtje branden’ bij andere fiscale en / of gerechtelijke diensten. Evenmin kunnen de door u aangebrachte stukken tegen u gebruikt worden indien de regularisatieprocedure uiteindelijk niet volledig doorlopen wordt.

  • De regularisatieprocedure wordt succesvol afgerond

Het ‘sluitstuk’ van een succesvol doorlopen regularisatieprocedure bestaat er in dat aan de aanvrager gevraagd wordt een bepaalde heffing te voldoen binnen de 15 kalenderdagen. Deze heffing dient betaald te worden zonder enig voorbehoud waarop de administratie een zogenaamd ‘regularisatieattest’ aflevert.

Een dergelijk attest is het middel waarmee onweerlegbaar aangetoond kan worden dat de betreffende sommen geregulariseerd werden. Praktisch gezien zorgt dit ervoor dat u niet langer blootgesteld kan worden aan fiscale aanspraken en dat noch u, noch uw rechtsopvolgers, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. U verkrijgt dus zowel fiscale als strafrechtelijke immuniteit.

Snel regulariseren is aangewezen

Niet alleen omwille van de stijging wat betreft de toepasselijke tarieven is het van belang tijdig en volledig te regulariseren. Het is namelijk zo dat belastingadministraties en gerechtelijke apparaten de eerstkomende jaren over heel wat meer inlichtingen zullen beschikken dan nu het geval is. Een groot deel van deze informatie zal afkomstig zijn van financiële instellingen.

Bovendien is ondertussen duidelijk geworden dat automatische gegevensuitwisseling de komende jaren de norm wordt, en dit op zowel Europees als mondiaal vlak. Niet onbelangrijk is dat ook landen zoals Zwitserland, Liechtenstein, Singapore en de Kaaimaneilanden meestappen in dit verhaal. Meer informatie hieromtrent vindt u hier.



Terug naar overzicht
Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te verbeteren. Door verder te surfen, stemt u in met ons cookie-beleid. Meer info